3 Paragrafen

3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

De afgelopen jaren is steevast gesproken over het ‘ravijnjaar 2026’. Een samenloop bestaande uit een terugval in de accressen vanaf 2026, een opschalingskorting, invoering van een nieuwe indexeringssystematiek, de Hervormingsagenda Jeugd en de stijgende kosten voor de WMO maken dat sommige gemeenten vanaf 2026 tegen een substantiële financiële opgave aankijken.

Hoewel niet alle pijnpunten zijn weggenomen zijn er wel ontwikkelingen die ervoor zorgen dat voor Amstelveen er geen sprake is van een groot en diep ravijn vanaf 2026. De hoge accressen uit de achterliggende jaren zijn als incidenteel beschouwd en niet ingezet voor structurele uitgaven. Daarnaast is een afspraak gemaakt tussen het Rijk en de VNG over het vervallen van de opschalingskorting. Deze was een doorn in het oog van gemeenten omdat opschaling geen must meer is vanuit het Rijk. Onderzoeken tonen ook aan dat opschaling niet direct besparingen opleveren, ze oplopende kosten voorkomen en het behoud van kennis geeft. De toezeggingen vanuit het Rijk over het financiële kader van de Hervormingsagenda zijn structureel opgenomen waardoor ook de bestaande tekorten structureel in het begrotingskader zijn verwerkt.

Desondanks blijven de financiële verhoudingen de grote risicofactor voor gemeenten. Binnen de financiële verhouding zijn de volgende risico’s van substantiële omvang te noemen:

  1. Het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet moet nog nader uitgewerkt gaan worden. Welke effecten het akkoord heeft op het gemeentelijke beleid en op de financiën zijn nog onduidelijk. Zo wordt er bijvoorbeeld gesproken over het verminderen van de SPUK’s. Op zich een grote wens van gemeenten maar die gaat gepaard met een korting van 10%. Daarnaast is in het akkoord aangegeven dat wanneer besparingen niet worden gerealiseerd budgetten niet zullen worden geïndexeerd voor prijs en loonontwikkeling. Hier schuilt een mogelijk groot risico in voor gemeente als ook bij de Gemeentefondsuitkering indexatie niet wordt toegepast. Het nieuwe kabinet wordt geconfronteerd met nieuwe tegenvallers waardoor mogelijk extra bezuinigd moet gaan worden.;
  2. Het sociaal domein laat een sterke autonome kostenstijging zien. Dit is een landelijk patroon. De bekostiging houdt hiermee geen gelijke tred. Dit reeds bestaande punt van zorg wordt groter nu het Rijk een nieuwe indexeringssystematiek voor de groei van het gemeentefonds hanteert. Daarmee wordt de “samen-trap-op-trap-af-systematiek” verlaten. De omvang van het gemeentefonds wordt in plaats daarvan geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het BBP (Bruto Binnenlands Product). Er is sprake van een grote opwaartse druk op de zorguitgaven door de demografische ontwikkeling (“dubbele vergrijzing”). Dit raakt zowel de Rijksbegroting als gemeentebegrotingen. Het is zeer de vraag of indexering op basis van BBP dit afdoende compenseert. De meerwaarde van indexering op basis van BBP zou een grotere stabiliteit moeten zijn. Maar gemeenten zijn niet beter af met een stabiele inkomstenstroom op een structureel te laag niveau bij onstabiele, hogere uitgaven.
  3. Het Rijk heeft de herinvoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrageregeling in Wmo in plaats van het huidige abonnementstarief Wmo aangekondigd per 2026. Dit gaat gepaard met een uitname uit het gemeentefonds. De concrete uitwerking en de impact daarvan voor Amstelveen is nog onbekend;
  4. Recente onderzoeken laten zien dat de structurele kosten van de uitvoering van de Omgevingswet significant hoger uitvallen dan eerder geraamd. De bestaande afspraken gaan ervan uit, dat gemeenten deze hogere kosten op termijn door besparingen kunnen terugverdienen. Het is zeer de vraag of dit nog realistisch is en het plaatst gemeenten hoe dan ook de eerste reeks van jaren voor hogere financiële opgaven;
  5. De komende tijd vinden allerlei onderzoeken plaats naar de werking van het nieuwe verdeelmodel voor de algemene uitkering. Amstelveen is in het huidige model een voordeelgemeente. Het risico bestaat, dat de nadere onderzoeken tot verfijningen leiden die dit beeld veranderen. In ieder geval is de invoering van het nieuwe model gefaseerd en vooralsnog afgetopt (“bevroren”) op de stand per 2025;
  6. We leven in tijden met een cumulatie van (mondiale) crisissituaties die zorgen voor grote onzekerheden en risico’s als het gaat om de toekomst de gemeentefinanciën als onderdeel van de overheidsfinanciën: de oorlog in Oekraïne, de vluchtelingen- en asielopvang, de hoge inflatie, energie/grondstoffentekorten, arbeidsmarktkrapte, woningmarkt en klimaatopgaven.
Deze pagina is gebouwd op 10/17/2024 13:06:19 met de export van 10/17/2024 13:03:36